Schuldenproblematiek en armoede
In 2024 leven bijna een miljoen Nederlanders onder de armoedegrens, vreest het Centraal Planbureau (CPB).
Zonder nieuw beleid van het demissionaire kabinet neemt het aantal Nederlanders in armoede volgend jaar toe met bijna een procentpunt, richting de 1 miljoen mensen. Dat meldt het Centraal Planbureau (CPB) in een raming voor de komende anderhalf jaar. Het gaat om ongeveer een op de zeventien mensen.
Een groeiend probleem waar we tijdens de Week van de werk-privé balans aandacht aan besteden.
Lezing Roeland van Geuns over armoede
Roeland van Geuns (voormalig lector armoede interventies aan de Hogeschool van Amsterdam) zal een inleiding verzorgen over een aantal vragen die u wellicht over het leven met een beperkt inkomen en of in een situatie met hoge schulden hebt. Armoede en schulden komen veel vaker voor dan velen denken. Bovendien heeft het worstelen met een laag inkomen, deurwaarders en onbetaalde rekeningen vergaande gevolgen voor et leven van de betrokkenen. Dat geldt voor iedereen: werkend of niet, jong of oud, in een stad of op het platteland. Een te kort aan geld heeft uiteindelijk gevolgen voor heel veel aspecten van het leven. Voorbeelden uit eerder onderzoek, maar hopelijk ook uit jullie eigen praktijkervaring en leven kunnen de revue passeren.
Roeland van Geuns zal ingaan op een aantal vragen waaronder:
- Hoeveel mensen hebben te maken met armoede en schulden, wat merken ze ervan en wat zijn de gevolgen in hun dagelijks leven?
- Wat doet armoede met ons gedrag en ons brein?
- Wat zijn de oorzaken voor armoede en schulden?
- Wat wordt er al aan gedaan en wat kan er nog meer gedaan worden?
Bij dat laatste vertelt hij niet alleen wat er gedaan kan worden in wet- en regelgeving maar ook wat er op individueel niveau mogelijk is zowel voor de mensen die ondersteunen en hulp verlenen als voor de betrokkenen zelf.
Nationale week van de werkprivé balans van 22 tot 26 januari 2024!
Verborgen armoede
Ook mensen mét werk blijken niet meer rond te kunnen komen: ruim 170.000 huishoudens in totaal. Deze ‘werkende armen’ hebben een inkomen dat net boven het bestaansminimum ligt, waardoor ze niet in aanmerking komen voor de energie- of zorgtoeslag of het recht op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en bonussen. Zij kunnen ‘ook niet naar de voedselbank, want je zit nét boven de inkomensgrens’